Jimmy won’t you please come home
Ken je dat, liedjes die herinneringen opbrengen. Of geuren. Of eten. Of wat dan ook! Mijn hersenen zitten zo vol met herinneringen dat ik soms niet eens meer weet dat ik ze heb, tot ik eraan herinnert word.
Zo denk ik bij Dubbelfrissss nog altijd aan de barman. Knap, lang, bruin haar, stoer en veel te oud voor een meisje van 14. Hij werkte in De Fiets en m’n All-time lover en ik zaten aan de bar te zwijmelen.
Zijn collega daarentegen heeft als link het nummer ‘Dance with somebody’ van Mando Diao. Elke keer als dat gedraaid wordt zie ik hem voor me. Feyenoordtattoo, oorbel, stoer en afstandelijk. Niet te oud voor een 21,22,23,24 jarige maar wel onbereikbaar.
Het nummer Jimmy van Moriarty brengt me dan weer terug naar Beachclub BoraBora. De barman met de grijze krullen die aldoor lachte en kletste en op de dag dat ik m’n liefde wilde verklaren kwam ik erachter dat hij een vriendin heeft, samenwoont en inmiddels een kind heeft.
Grote ramen geven me een warm gevoel van binnen omdat het me doet denken aan het uitzicht wat ik had in Antwerpen. Een raam met daarachter de meest knappe buurman ooit. De man waar ik nog altijd smoorverliefd op ben ookal gaat het vrees ik nooit iets worden.
De geur van Aqua di Roma zorgt voor flashbacks van gymlessen, uit de hand gelopen ruzies met een gymleraar als tussenpersoon en een reisje naar Polen om nooit te vergeten. Leraren, altijd onbereikbaar.
En zo heb ik er nog veel meer. Liefmans grand Cru is een terugblik op vele avonden bij Leopold op het Plein. Ribbeltruien doen me denken aan de baas van scooters wat positief is terwijl ribbelbroeken me doen denken aan m’n ex, wat weer niet positief is. Deloitte haalt gedachtes op aan een andere ex en SBS is elke dag weer een moment van rust waarbij ‘de rebounder’ door m’n hoofd spookt.
Voor bijna iedereen heb ik wel iets maar voor de stagiair aardrijkskunde op m’n middelbare school, niets. Geen geur, geen drinken, geen liedje, niets. Of nou, misschien D66 of Boris Dittrich maar goed, daar denk ik vrijwel nooit aan. Misschien is dat ook de reden waarom ik hem bijna vergeten was. Bijna…
Toen ik vanmorgen de lijst eens doornam met daarop de namen van al mijn lieve collega’s herkende ik opeens een achternaam. Zíjn achternaam. Nadat mijn dienst erop zat ben ik naar de jongedame met die achternaam gelopen en voor ik wist wat ik deed vroeg ik: ‘Heb jij iemand in de familie die iets met aardrijkskunde doet?’ Ergens had ik gehoopt op een ontkenning en een rare blik. Dit zodat ik het kon uitleggen en we er samen om konden lachen alleen het tegenovergestelde gebeurde en ik hoorde ergens ver weg ‘ja dat is m’n broer, hoezo?’
Ik lachte wat schaapachtig en met een ‘oh, oké gewoon’ pakte ik m’n spullen en baande de zaal uit, naar m’n auto. Pas toen ik bijna een andere auto aanreed op de snelweg besefte ik me wat dit inhoudt. Mijn collega is de zus van 1 van m’n eerste liefdes.
Veilig thuisgekomen zocht ik hem op op Facebook en wat blijkt?! De liefde is weer niet wederzijds…