Helemaal van slag
Het is donderdag, begin van de middag als ik de sportschool binnenloop. Ik ben vrij en heb m’n alleroudste kloffie aan, m’n haar steekt alle kanten op en er zit ren gat in m’n schoen.
Normaal sport ik ’s avonds en dan zijn er altijd dezelfde mensen.
Een meisje dat het nodig vindt om in een doorzichtig bloesje te sporten. Een man van net 40 met altijd hetzelfde shirt in de hoop een vrouw op te pikken denk ik. Want waarom loop je anders rond met ‘SINGLE’ op je borst?! En verder nog de bekende bodybuilders en veel te dunne oma’s.
Maar vanmiddag is het anders. Ik merk het zodra ik de parkeerplaats op kom rijden. Ik treuzel. Op de een of andere manier kan ik mezelf er amper toe zetten om naar binnen te gaan en als ik dan eindelijk binnen ben begrijp ik direct waarom.
Daar zit hij.
Nog even knap als 10 jaar geleden. Golvend donkerbruin haar tot op z’n schouders. Een spijkerbroek die duidelijk aangeeft wat je in huis haalt en een glimlach.. Wauw.
Zodra hij merkt dat ik hem aankijk, lacht hij en zegt “hoi”. Een hoi die je aan de groenteboer geeft of het meisje bij de bloemenwinkel.
Ergens zie ik in zijn ogen een vage blik van herkenning maar er gaat geen belletje rinkelen. Logisch natuurlijk, de laatste keer dat we elkaar zagen is inmiddels 10 jaar geleden.
Ik was 15, dunner en deed een maatschappelijke stage bij de plaatselijke muziekwinkel. CD’s poetsen, CD’s verkopen, ramen wassen en meer dingen die je doet in een winkel met helaas te weinig klandizie.
En daar was hij. Elke middag rond een uur of 3 kwam hij een kopje koffie drinken en praten met de baas.
Dit waren mijn geluksmomenten, hij was zó knap, grappig en, nouja eigenlijk al het positieve wat je kan bedenken was hij. Maar vooral was hij een heel aardige man.
Het enige wat ik wist was z’n voornaam. Michel, geloof ik. Maar als ik hem nu zo zie zou ik hem eerder Joost noemen. Vanwege zijn look-a-like Joost Marsman. Of Thomas, omdat Thomas Acda de all-time liefde van m’n leven is.
Maar wat maakt het ook uit hoe hij heet. Ik was hem vergeten, had mijn tienerliefde opzij gezet, in de doofpot gedaan. En nu, ik ben bijna 25 en daar is hij weer!
Meteen komt dat gevoel weer boven. Zo’n onbeschrijfelijk gevoel wat sommige mensen misschien ‘verliefdheid’ noemen en anderen categoriseren het als ‘puberteit’. Wat het ook mogen zijn, ik heb het onder de leden.
Iets anders dan ‘hoi’ kon ik niet zeggen. Het was een hoi vol hoop. Een hoi die zegt, ken je me nog? 10 jaar geleden trakteerde ik op slagroomsoesjes.
Helaas bleef het bij die ‘hoi’. Ik liep heel soepel weg, knalde tegen de deurpost aan en struikelde over de drempel.
Nu ben ik mezelf aan het kapot maken op de fitnesstoestellen zodat hij over een aantal maanden weer denkt, Hee! Ik ken jou, 10 jaar geleden bij de Smash!